De Keurhorst

Uit de historie van de Keurhorster kerk

Op de gemeenteavond van 13 november 2006 heeft dhr. Joh. Klein Wolterink, archiefbeheerder van de Keurhorst, een prachtige lezing gehouden over de geschiedenis van de Keurhorst. Hij heeft gebruik gemaakt van het boekje “Gods werk in de Graafschap” van ds. Van der Sluis en uit het boekje “Opnieuw in vrijheid”, geschreven door ds Scholten bij het 100-jarig bestaan en van een uittreksel uit de notulen van dhr. H.W. Geurink. U leest hier een samenvatting van deze lezing.
In 1836 werd bij Koninklijk Besluit een wet uitgevaardigd, dat de zgn Gereformeerde Kerk ontbonden werd verklaard en uit dien hoofde alle samenkomsten verboden, tenzij de afgescheidenen als een nieuwe afzonderlijke sekte aan de regering om toelating willen vragen. Die toelating werd aangevraagd door L. Rademaker e.a. en bij Koninklijk Besluit van 8 juni 1841 werd toelating verleend tot het inrichten ener Christelijke afgescheidene gemeente. De instituering van de kerk had plaats op 27 maart 1837, dus voor de officiële goedkeuring, in een geheime bijeenkomst o.l.v. ds. Brummelkamp, een 25-jarige jongeman uit Hattem. De aanwezigen kwamen uit Varsseveld, Aalten, Dinxperlo, Bredevoort, Zelhem, Doetinchem, Borculo en Winterswijk.
Eerste predikant was ds. J. Wildenbeest van 1843-1852. Daarvóór  was in 1839 een beroep gedaan op ds. Brummelkamp, die daarvoor bedankte en de aandacht vestigde op een jongeman uit de gemeente, Jan Wildenbeest. Die ging studeren maar kreeg weinig steun van zijn vader. Vader zei: “Jan dominee, dat geef niks as armoe”. Op 10 september 1843 deed Jan Wildenbeest zijn intree. Zijn vader was daarbij niet aanwezig. Nadien moet hij gezegd hebben: “Ik heb eheurd, dat Jan het aardig ezegd mot hebben”.
De kerk heeft nog geen gebouw. In 1839/1840 was er tegenwerking om in het dorp een kerk te bouwen en ook buiten het dorp rezen er moeilijkheden. Men heeft eerst grond op het oog gehad van G.J.Jansen van de Flinkert. Daarna is omgezien naar grond op “Reimes”, dicht bij Jansen. Toen men er lucht van kreeg dat die grond bestemd was voor het bouwen van een afgescheiden kerk, werden de voorwaarden veranderd en mocht er geen kerk gebouwd worden en ging de koop dus niet door. Ds van der Sluis schrijft hierover  “Wat ging in die dagen de fijnenhaat toch ver”.  Tot in januari 1842 in de notulen is opgeschreven “hebben altezamen goedgevonden grond te bezien en zulks gedaan zijnde, hebben de gezamenlijke leden enige grond op de Keurhorst bij de Mijne aan de landweg algemeen goed beschouwd om daarop te kunnen bouwen”.
Dan nog de pastorie. Op 13 februari 1843 is voorgesteld om te spreken aangaande het vervaardigen van een woonplaats voor den Leeraar. Een jaar later werd met de bouw begonnen. Dat is de woning waar nu de familie Wieberdink woont.
In januari 1868 wordt te Kiefte van de Heelweg benoemd tot koster. De toelage is 25 cent per zondag. Ruim een jaar later wordt vastgesteld dat hij zijn werk als koster trouw heeft vervuld en lange dagen maakt  “want hij staat op reeds met het hanengekraai”. Besloten wordt dat hem per zondag 5 cent meer uit de kerkekas zal worden toebedacht.
Zo rond 1845/1847 brak een moeilijke tijd aan. De grote trek uit de Achterhoek naar Noord-Amerika was begonnen en daar leed de gemeente hier onder. Bijna de helft van de gemeente, waaronder leden van het eerste uur, vertrokken naar Amerika.
In 1884 valt het besluit om een nieuwe, grotere kerk te bouwen op dezelfde plaats. De familie Colenbrander van de Keurhorst is bereid ’s zondags op de deel plaats te maken voor de kerkdiensten. Ook in Amerika wordt dit besluit al gauw bekend en er worden giften vanuit Amerika ontvangen voor de bouw van de nieuwe kerk. In 1884 werd een rondgang gehouden om in te tekenen voor de nieuwe kerk. In het archief is een cahier waarin nauwkeurig de toezeggingen en betalingen zijn vermeld. Het gaat om bedragen van f 1,- tot f 50,.-  In totaal werd ingetekend voor f 4967,.-  Er waren ook nog andere inkomsten zoals verkochte afbraak oude kerk en “gevonden in kerkzak  20 mark voor overvloedige zegen van de Here”. Totale ontvangsten f 6960,75. Ook de uitgaven staan nauwkeurig vermeld. Metselaar f 0,60 per dag, timmerman f 0,50 per dag, stucadoor f 0,50 per vierkante meter.
Bij een kerkgebouw is een koster nodig en in 1904 wordt besloten een commissie Kosterswoning in te stellen. In 1907 staat de kosterswoning er. In 1905 wordt in de kerkenraad een schrijven voorgelezen van J.H.Pennings dat hij de benoeming tot koster aanneemt. In 1909 vraagt koster Pennings ontslag per 1 februari 1911 en wordt opgevolgd door H. Hiddink uit Lintelo. In de kerkenraadsvergadering van 9-10-1910 werd besloten voortaan de naam te dragen ”Gereformeerde Kerk te Varsseveld” i.p.v. de naam Christelijke Gereformeerd, zoals de kerk sinds 1869 heette. In de gemeentevergadering van 21-12-1920 wordt een bouwcommissie ingesteld voor de bouw van een pastorie en catechisatielokaal. Ook wordt in die vergadering meegedeeld dat ds Ubels het beroep naar Varsseveld heeft aangenomen. Toen hij op 3 -4-1921 zijn intrede deed stond de pastorie er. In 1936 is het interieur vernieuwd. De preekstoel, net zo één als in de Grote Kerk staat, werd vervangen door een platvorm en er kwamen nieuwe banken. Totale kosten van de vernieuwing f1598,-

Over het kerkelijk leven

De Keurhorster kerk droeg in het begin een regionaal karakter. De Gereformeerde kerken in de omliggende gemeenten zijn van latere datum. In 1895 zegt de toenmalige ds te Velde: “Ik heb personen gesproken uit Dinxperlo als ook uit Halle. Ze wensen, dat met het oog op ouden en zwakken en tot uitbreiding van Gods Koninkrijk zo mogelijk enkele diensten gehouden worden bijv. 1 keer in de maand”. Maar 3 maal preken is voor hem een te zware last.

In de kerkenraadsvergadering van 3-8-1923 wordt de kerkelijke situatie besproken. Ds Ubels zegt: “We moeten de zaak wel goed overdenken. Halle stelt zich ten doel tot een eigen kerk te komen; Dinxperlo heeft de steun van de classis  als ze met een verzoek tot instituering komt. Ons ledental wordt straks wel klein”. Op 16-3-1930 wordt de Gereformeerde Kerk van Dinxperlo geïnstitueerd en in een gedenkboekje van die kerk staat te lezen dat met name Varsseveld moeilijk deed met het vaststellen van de kerkelijke grens. Van onze kerk gingen 73 leden over naar Dinxperlo. Op 3-9-1933 heeft de instituering van de Gereformeerde Kerk van Halle plaats. Ook die instituering ging gepaard met moeilijkheden met de moederkerk de Keurhorst. De particulier en Generale Synode kwamen er zelfs aan te pas. De laatste brief daarover van de Generale Synode Sneek dateert van 15-2-1940. Interessant is om in het gedenkboekje bij het 50-jarig bestaan in 1983 van de Gereformeerde Kerk te Halle te lezen welke indruk Keurhorstenaren naar buiten hebben gemaakt.
De eerste predikant van Halle, ds. Zijlstra, schrijft daarover: “De Keurhorst heeft een volstrekt eigen signatuur, het gebied van de kerk is enorm  uitgebreid: van Dinxperlo tot Halle-Zelhem. Het eigene van de kerk van Varsseveld zoals ik die gekend heb is moeilijk te omschrijven, er was in de classis Zutphen geen kerk die vergeleken kon worden met “De Keurhorst”. Misschien zou de kerk van Geesteren er dichtbij komen, ook een kerk uit de dagen van de Afscheiding. Maar de Keurhorst is niet zomaar een kerk in de classis Zutphen, het is de Keurhorst. Uit de gesprekken met de oudste Hallenaren heb ik wel deze indruk, dat destijds Ds. Bulens de Keurhorst een uitgesproken stempel heeft gegegeven, ofwel dat hij het reeds gedrukte stempel nadrukkelijk heeft bevestigd, misschien wel verdiept. Bulens heeft “De Keurhorst” een mensenleeftijd geleid.
Vrouw Wassink, in mijn tijd wel de oudste van de Keurhorstenaren, formuleerde het voor mij meer dan eenmaal aldus: De Keurhorst, dat is een uutverkoren tröpken. Ik heb de indruk, dat dit “uitverkoren-zijn” door ds. Bulens er wel ingehamerd is bij de Keurhorstenaren. Vraagt men mij nu of ik de indruk heb dat dit geleid heeft tot een bepaalde geestelijke hooghartigheid, tot een zich verheven achten boven alles wat niet-Keurhorst was, dan moet ik antwoorden: neen”. Aldus ds. Zijlstra.

Herinrichting 2006

Bovenstaande lezing was n.a.v. het starten van een actie, waaruit deels de herinrichting van de Keurhorsterkerk gefinancieerd werd.
Een intern onderzoek van De Keurhorst toonde enkele jaren terug aan dat er op het gebied van licht, lucht en geluid veel tekortkomingen waren. De technische installaties waren sterk verouderd, terwijl de gebruiksmogelijkheden niet meer van deze tijd waren. Na extra intern en extern onderzoek is besloten dat de Keurhorst, voor het eerst na ca 40 jaar, in 2006 ingrijpend gerenoveerd zou worden tot een eigentijds en in veel opzichten meer toegankelijk gebouw voor meerdere vormen van gebruik.

De bouwkundige werkzaamheden hebben bestaan uit het uitvlakken van de nu hellende vloer met een rolstoelvriendelijk verloop naar de bijgebouwen. Hierdoor zijn meerdere toepassingsmogelijkheden ontstaan, zoals bijvoorbeeld een dwars opstelling van het interieur. Er is één dubbele deur van de toren naar de kerkzaal gekomen terwijl alle wanden en lambriseringen zijn geïntegreerd en geëgaliseerd. Het plafond in de kerkzaal is verlaagd vanwege de luchtbehandeling en een betere akoestiek. Overige aansluitingen in en met de toren en tussenruimte zijn aangepast. De CV- installatie is vervangen en gekoppeld aan een systeem van luchtbehandeling en vloerverwarming. De gehele elektrische installatie is vervangen, de geluidsinstallatie en verlichting zijn gemoderniseerd en de overige installaties zijn voorbereid op eigentijdse zaken als audio visuele presentaties. Het plafond is brandwerend behandeld, wanden zijn hersteld en gesausd en het houtwerk is opnieuw geschilderd. Het liturgisch centrum is verplaatsbaar geworden. Voor meer informatie over het liturgisch centrum vindt u bij “De Keurhorst nader bekeken”. Dit onderwerp stond begin 2010 in de schijnwerpers op de website en in het toenmalige kerkblad ‘Kerkleven’. Van de circa 200 zitplaatsen bestaan er 100 uit hergebruikte banken uit de Laurentiuskerk en de overige zitplaatsen zijn koppelbare stoelen. Het orgel is vast geplaatst tegen de kopwand naar de bijgebouwen.

INLEIDING

Al weer enige tijd genieten velen van het vernieuwde interieur van de Keurhorst. Het liturgisch centrum is op doordachte wijze ingericht. De taakgroep Liturgie wil de komende tijd nog eens stilstaan bij de symbolische betekenis van deze inrichting en daar een toelichting op geven.

MIDDENPAD, AVONDMAALSTAFEL & RAAM

Eén van de meest opvallende zaken in de vernieuwde Keurhorsterkerk is, behalve de dwars-opstelling, de entree. Als je onder de toren binnen gekomen bent ga je niet meer door één van de twee sluipdeuren via de zijkant de kerkzaal binnen. Via glazen klapdeuren kom je zo rechtdoor de kerkzaal in. Doordat de deuren doorzichtig zijn kun je zien waar je terecht komt en ze nodigen je uit om binnen te gaan. Vervolgens kun je via de loper de hele kerkzaal door lopen tot aan het orgel. De kleur van de loper is terracotta, de kleur van de aarde. Daarboven bevindt zich het hemelsblauwe plafond. Die twee worden als het ware door de regenboog verbonden. Hemel en aarde tezamen.
Dat zelfde principe heeft Hans Sennema toegepast bij de vervaardiging van het raam achter het spreekgestoelte. In het raam zijn twee bewegingen zichtbaar. Een beweging van rechtsboven naar beneden en een beweging van beneden naar boven. De beweging van boven naar beneden symboliseert het hemels licht dat de aarde vruchtbaar maakt de tegenbeweging heeft een vorm die doet denken aan een korenaar. Op deze wijze wordt het plafond (hemel) op twee manieren verbonden met de aarde.
Voor mij is het meest opmerkelijke dat de Keurhorst meer dan vroeger een open gebouw is, uitnodigend. En als op een niet al te koude dag de deuren tijdens een dienst open blijven staan blijf je verbonden met buiten, met de wereld. Die lijn van buiten naar binnen, en andersom, is op het kerkplein via een stenen pad doorgetrokken tot aan de openbare weg.
Dan is er in het centrum van de kerk de avondmaalstafel. De gemeente bijeen rond ‘Schrift en Tafel’, al wint de ‘Schrift’ het duidelijk van de ‘Tafel’ waar een avondmaalsviering toch meer uitzondering dan regel is. De tafel is doorzichtig zodat deze niet te massief de ruimte vult. Transparantie als teken van openheid. Op de tafel staan twee kaarsen die aan het begin van elke dienst aangestoken worden met het licht van de Paaskaars. Ze zijn een eerbetuiging aan Christus die in het Woord en in brood en wijn aanwezig komt. Ze symboliseren het licht dat we nodig hebben bij ons zoeken naar woorden van leven.
Gert de Boer

HET DOOPVONT

Ter voorbereiding op dit stukje wordt mij verteld dat vroeger het doopvont bij de ingang stond. Later was het een klein bakje vast aan de preekstoel. Speciale doopdiensten kwamen pas veel later, vroeger werd er iedere zondag gedoopt. Al pratende komen we op het doopvont in de Adventkerk, een koperen schaal. Had dat misschien te maken met het koperen wasbekken in de tempel?
Bij de inrichting van de Keurhorsterkerk is gekozen voor natuurlijke materialen (hout, steen en glas) en veel kleur. Het doopvont is gemaakt van glas met veel kleuren. Voor glas is gekozen omdat het transparant is, als teken van openheid (zoals ook bij de tafel,kansel en het kruis).Voor veel kleuren is gekozen om de veelkleurigheid van de mensen uit te beelden, en als teken van blijheid.Voor natuurlijke materialen is gekozen als teken van leven. Het doopvont heeft een mooie plaats in het liturgisch centrum gekregen.
Karin Keijzer

HET KRUIS

Toen de architect, Wiendert Hensen, zijn eerste interieurschetsen maakte, waren twee kruisen zichtbaar: één op de huidige plaats en een kleiner exemplaar in de gedachtenishoek. In de schets waren ze uitgevoerd als kale houten kruisen. De aanwezigheid van zulke grote kruisen in het kerkgebouw wierp weerstanden op bij een deel van de commissie. Wiendert vond dat het kruis een vooraanstaande plaats in de kerk moest hebben. We kwamen er in die eerste vergadering niet goed uit. Iemand stelde voor een gestileerd kruis aan te brengen. Dat bracht mij op een idee. In 1983 ben ik met een kerkelijke jongerengroep naar de Landesjugendtag in Potsdam (DDR) geweest, wat toen erg veel indruk op mij heeft gemaakt. Het thema was toen “Ich steh zu dir”, dat betekent zoveel als: “Ik kom jou toe” of “Ik hoor bij jou”. We kregen toen een gestencild en geniet tekstboekje op onvervalst DDR-papier. Op de voorkant stond het thema en het kruis, dat ik als voorbeeld wilde laten zien van een gestileerd kruis Op de volgende vergadering bracht ik het ontwerp in. Tot mijn verbazing was iedereen enthousiast. Het ontwerp werd integraal overgenomen. Alleen zou het zwart-witte kruis in mooie felle kleuren worden uitgevoerd.
In het kruis is in het midden een oranje-rode cirkel te zien, die alle aandacht naar zich toetrekt. Je zou er het hoofd van de gekruisigde in kunnen zien, maar ook de rijzende zon van de opstanding. Zo zie je, dat het Keurhorster kruis veel aan onze verbeelding overlaat.
Kor Datema

DE GEDACHTENISTAFEL

In de kerkzaal is naast de toren plaats ingeruimd om te gedenken. Een Gedachtenistafel waar je de tijd kunt nemen om een kaars aan te steken en te denken aan wie jou lief en dierbaar zijn. Er is plaats voor lief en leed. Binnenkort komt er –evenals in de Grote Kerk- een gedachtenisboek, waarin de namen geschreven staan van wie ons zijn voorgegaan. Daar kun je een rouwkaart naastleggen van een geliefde die onlangs is overleden. Maar evengoed het geboortekaartje van een kind of kleinkind. Waarom ook niet een aankondiging van een huwelijk of een jubileum? Zo zijn er vele levensmomenten die op deze tafel een plaats kunnen krijgen. Het kaarslicht erbij is niet zozeer bedoeld als sfeervolle verlichting, maar draagt het gebed en het gedenken, ook als jij weer verder bent gegaan. Behalve een lichtje, kun je ook een gedicht achterlaten of een andere tekst.
Tot nu toe zijn er nog niet zoveel mensen die gebruik maken van de mogelijkheden die de gedachtenistafel biedt. Mogelijk moet je enige schroom overwinnen voor je er naartoe gaat. Het is te hopen dat meer mensen de gedachtenistafel weten te vinden en dat deze plek voor velen van betekenis wordt.
Frederiek Lunshof

De Keurhorsterkerk is te vinden tussen Varsseveld en Sinderen. Sinderenseweg 61, Sinderen
Beheerder Keurhorsterkerk: mevr. Henny Tuenter-Bulsink